dinsdag 18 juni 2013

"Waar denk je aan?"

FICTIE

“Waar denk je aan?” is het eerste wat ze me vroeg. Ze doorbrak een stilte die in werkelijkheid misschien 30 à 40 seconde duurde, maar het voelde net alsof het even lang duurde als bier halen in de kroeg. Twee woorden, neger letters. Duurt lang. Het was een saaie avond. Niet zo zeer dat het aan het meisje lag, zeker niet. Ze was geweldig. Ze was spontaan, lief, ondernemend en tegelijkertijd standvastig. Ze haalde het beste in mij naar boven, dat heb ik de afgelopen tijd wel gemerkt. Ik ging vrolijker de wereld in, alsof ik Alice in Wonderland was.

Maar deze avond, ondanks de eerdere avonden met haar die zeker geslaagd waren, liep het gewoon niet. De woorden kwamen niet van m’n tong af, ik had geen gespreksstof, ik wist het gewoon niet.
Zo voelde ik me ook over haar. Ondanks dat ik slechts wat negatieve verhalen hoorde over haar verleden, waar promiscuïteit en vreemd gaan passende woorden voor zijn, was ze veranderd. Dat vertellen ze pas erna, hè. Net alsof je vraagt waar de toiletten zijn, en ze pas erna vertellen dat ze stuk zijn, over stromen met darminhoud als je doorspoelt, ‘maar ze worden morgen gerepareerd!’. Nutteloos.
Ach, die verhalen zijn ook weer van zoveel jaar geleden. Mensen veranderen. Jij ook. Kijk nou naar jezelf, 8 jaar geleden was je nog verzot van geitenwollen sokken en stond je stijf van de principes.
Zo erg was die avond ook weer niet. Je hebt nog best gelachen samen. Goed, leedvermaak, maar gelachen is gelachen. Je deelt de momenten samen, hè. Was wel leuk, die jongen die overduidelijk nieuw was in dit restaurant. Ik zag hem nog voorbij lopen, dienblad verkeerd in de hand, overduidelijk concentrerend op het dienblad, liet opletten wat er voor hem gebeurde. FLATS. Daar ging de Merlot. Vol over die hond heen. Zo’n langharige Teckel. Bloed irritant beest was het, constant blaffen als er iemand voorbij kwam. “Jaaaaa… hij is heel erg waaks….. Ze baken hun territorium af hè.. Dat doen ze nou eenmaal..” zei ze nog. Leuk een aardig, totdat dat kreng in m’n broekspijp hing. Ik probeerde hem nog af te schudden, heftige bewegingen makend met m’n rechterbeen, maar dat ding leef in m’n broek hangen. Toen schopte ik hem, heel per ongeluk natuurlijk, tegen de bar aan. Ik win. Met de staart tussen z’n benen ging die maar onder de stoel van z’n baasje zitten, die me vol afgunst aankeek. “Sorry” zei ik nog, terwijl ik mezelf al manoeuvreerde richting de toiletten.
Maar goed, die Merlot dus helemaal over die hond heen, de eigenaar van het beestje nog afgedaan van mijn ervaring met ‘Lakynn’ (alsof Fido of Lassie niet genoeg is ofzo), kon de jongen nog net “D-d-de stomerij k-k-kosten gaan naar het restaurant, mevrouw.” Vatte mevrouw niet zo goed op, wat hebben wij gelachen.
Of die oudere man die niet tevreden was over de bediening, die zuurpruim. Het gekke was dat hij niet zo’n typische zuurpruim was. Met zijn kale hoofd met van die ouderdoms vlekken, die hij probeerde te verbergen onder z’n baret,  een dikke neus en bril met geslepen glas leek hij mijn zo’n typische pijp rokende opa. Een opa die ik nooit gekend heb. Mijn ene opa besloot maar eens een wereldreis naar de Wallen te ondernemen na de geboorte van het vierde kind en de ander overleed toen ik 7 maanden was.

Het ging niet snel genoeg naar zijn mening. Dus besloot hij het zelf maar te halen, met z’n chagrijnige blik liep hij de trap op, richting dat opkamertje, slipte zijn chocomelk uit z’n handen. Furieus was die. Alles kreeg de schuld behalve hij zelf. Vol stampij verliet hij de zaak zonder te betalen. Achteraf heb ik mijn lach in moeten houden, maar zij had medelijden met hem. Ze was lief. Ze verplaatste zich in zijn plek, keek door zijn ogen. Ze deed nog een poging om hem te helpen, maar dat stelde hij niet zo op prijs. Uiteindelijk kon zij ook nog een sneer verwachten. Ondanks dat bleef ze vriendelijk. Ze was leuk.
Ze leefde tenminste ook niet in zo’n filmillusie. De prins op het witte paard was voor haar maar een nicht die zo hard genomen was dat ie zelf niet kon lopen. Heerlijk. En toen bij een doodscène "You never backed away from everything in your life, now fight! Fight! FIIIIGHT!" klonk, was zij de enige die heel droog “sla ‘m op z’n bek dan” kon zeggen.
Ze was speciaal. Ze was uniek. Ze was authentiek.  Ze was de vrouw die alle andere vrouwen passeerde.

“Aan jou” zei ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten