woensdag 19 februari 2014

Raadslid, voorzitter en bovendien geweldig moeder

Ik was 8 jaar oud. 8 jaar oud toen mijn moeder een plaatsje kreeg in de ‘gemeenteraad’. Wist ik veel wat dat was. ‘Hee, snoep. Lekker!’ en weg was ik.

Toen op 6 mei 2002 Pim Fortuyn vermoord werd kreeg indirect GroenLinks de schuld. Ik weet het nog goed toen er plotseling, op een avond, twee bomen van een kerels voor onze deur stonden te waken. Misschien hadden zij wel zin in wat snoep. Wist ik veel.
Met terugwerkende kracht kwam ik erachter dat deze mannen daar stonden met een ietwat lugubere reden: over het hele land waren politici, zowel landelijk als regionaal, bedreigd omdat de moordenaar van Pim Fortuyn, Volkert van der Graaf, een fanatiek milieurechten activist was en zodoende dus GroenLinks stemde.

Deze herinnering typeert tot de dag van vandaag mijn jeugd waarin politiek een grote rol speelde. En graag ook.

De ellenlange avonden waarop mijn moeder bij onze nostalgische (en beruchte) keukentafel vergaderde over lokale politieke kwesties of de nachten waar ze laat thuis kwam van de raadsbijeenkomst. Mijn moesjie de harde werkster.

Vier dagen in de week keihard werken, met veel verantwoordelijkheid op haar schouders op de werkvloer en thuis, waar ze ook nog eens twee koters en een puber moest opvoeden. Ze deed dit natuurlijk niet alleen, een geweldige vader die, naast zijn meer dan full time baan, iedere dag kookt, sport en altijd in is voor een dolletje.
En daarnaast was ze ook nog eens ieder jaar weer een sleutelfiguur bij de theatervoorstelling ‘Til en Dien’, voorzitter van Stichting Kasteel Cultureel en vrijwilliger van het Alzheimer Café (Al ben ik wel even vergeten wat ze daar nu ook alweer doen..) en vervolgens nog steeds raadslid.

En nu, na al 12 jaar actief te zijn geweest in de Wijkse raad, is ze er nog lang niet klaar mee. Ze gaat weer een periode door bij de enige partij waar ze niet zo lopen te ouwehoeren, waar geen wiet telende wethouders bevinden, waar ze geen valse beloftes maken om stemmen te winnen, en al helemaal niet wanbeleid opstellen rondom een of ander kasteel Domensteyn.
Nee, ze is niet Wil Kosterman, raadslid GroenLinks, maar Willie, van Kees Kosterman uit de achterstraat, mijn moesjîe en een groot voorbeeld.

Misschien geeft een ‘behind the scenes’-perspectief een beter beeld en een motief om dit jaar te stemmen op GroenLinks bij de gemeenteraadsverkiezingen.

En toch, zeg ik eigenlijk nog te weinig dat ik van d’r houd.

vrijdag 14 februari 2014

Wat een lul


Sommige mensen.. zijn onbeschrijfbaar. Idioot, dom en nog eens een lul ook.
Een aantal voorbeelden:

Stel. Stel, hè. Je staat in de keuken. Je bent de vaat aan het doen, je hebt net spaghetti carbonara gegeten en er komt een moslima binnen lopen met een hoofddoek. Je vaatdoek is doorweekt dus je trekt haar hoofddoek af en gebruikt die als een HEMA-theedoek voor de vaat.
Wat een lul ben je dan?

En vervolgens doe je die vuile theedoek om haar hoofd.
Wat een lul ben je dan?

Beeld je in, je bent lekker aan het Tinderen en je hebt een match. Een leuke, spontaan meisje. Je stuurt haar een vervelende openingszin en die vervolgens op Facebook te zetten.
Wat een lul ben je dan?

Je staat in de kroeg en spreekt een meisje aan. Ze is net 1 meter 60, heeft hoogblond haar en subtiele kuiltjes in haar wangen. Je regelt een drankje van haar om vervolgens weg te lopen.
Wat een lul ben je dan?
Oh nee, wacht. Dat is vaker andersom..

Stel, je hebt een one night stand en vervolgens doe je niet eens de moeite om de ochtend erna sociaal vaardig te zijn en gedraag je je als een autist.
Wat een lul ben je dan?

Het sneeuwt. Iedereen is in de weer met de sneeuw en je loopt voorbij de grote groep sneeuwklootviolen. Je ziet daar die ene gozer staan. Je kent hem wel, hij kent jou wel, maar jullie hebben niks met elkaar. Er verschijnt een vuile glimlach op zijn gezicht en hij loopt naar je toe. Ondanks dat je totaal geen zin hebt in dat figuur en dat ook duidelijk laat merken pepert hij alsnog je gezicht in.
Wat een lul ben je dan?

Stel. Je bent prins van Oranje-Nassau. Je kan totaal geen wijven regelen, dus regel je maar de dochter van een staatssecretaris van een dictoriaal regime, om de familie maar uit de brand te helpen met hun imago probleem.
Wat een lul ben je dan?

10kg. Zoveel is het je tot nu toe gelukt om in de sportschool te drukken. Je bent net twee weken bezig, en je maakt al goede vooruitgang. Er komt een sportschool Johnny naast je staan die opmerkingen begint te maken over wat voor mietje je wel niet bent dat je maar 10kg kan tillen en loopt te zeiken dat je meer moet pakken.
Wat een lul ben je dan?

Je bent aanwezig bij een cabaretshow en probeert grappig te zijn en door de show heen gaat schreeuwen.
Wat een lul ben je dan?

Je zit in de bus, en een of andere grappenmaker pakt z’n Blackberry en gaat KEIHARD nederhop draaien waar niemand om gevraagd heeft, noch behoefte aan heeft.
Wat een lul ben je dan?

Iemand die je constant laat weten dat hij beter is. Als je bijvoorbeeld een verhaal verteld over je enige waardige doelpunt in je voetbalcarrière wat toevallig het winnende doelpunt voor het kampioenschap was, en dan benadrukken hoe hij wel niet twee kampioensdoelpunten heeft gemaakt met een radslag uit een vrije trap terwijl hij een roze tutu droeg en brak was van de avond ervoor toen die een trio had.
Wat een lul ben je dan?

Als je mensen afzeikt die voor een goed doel komen, ondanks dat zij hun werk maar doen en de mensen zelf geen moeite doen om donateur te worden.
Wat een lul ben je dan?

Als je aan de deur komt om geloofsovertuigingen te verkondigen.
Wat een lul ben je dan?

Mensen die Heineken, Dommelsch en Bavaria boven andere bieren verkiezen, en vervolgens gaan zeiken dat je geen smaak voor bier hebt en voortaan maar sneeuwwitje of wijn moet gaan drinken.
Wat een lul ben je dan?

Je zit gezellig met iedereen op een zaterdagavond, muziek op 10, krat pils op tafel, kaartspel en glazen binnen hand bereik, en een enkel figuur gaat op z’n telefoon zitten kijken.
Wat een ongezellige lul ben je dan?

Je hebt een bijbaan als ober of serveerster in een restaurant en een gast knipt met z’n vingers voor om iets te bestellen.
Wat een lul ben je dan?

Mensen die memes als ‘cool story bro’ en ‘well that escalated quickly’ nog steeds dagelijks verwoorden in gesprekken.
Wat een lul ben je dan?

Mannen die denken dat vrouwen lusteloze neukbare vleeshompen zijn.
Wat een lul ben je dan?

Oppervlakkige, schrale wijven zonder diepgang die niks interessants te melden hebben en denken dat mannen een wandelende portemonnee zijn om daarvan biertjes te krijgen.
Wat een kut ben je dan?

Stel je doet een ‘neknominations’ en neemt het nog serieus ook, zonder überhaupt enigszins een toegevoegde waarde aan je filmpje geven. Geen gevaarlijke chemicaliën in je bier, geen publieke afgang, geen humoristische draai, niks.
Wat een lul ben je dan?


zondag 2 februari 2014

Talent



Iedereen heeft een talent. Dat is wat ik geloof. Maar nog niet iedereen erkent zijn talent.

Schrijven. Ik vind dat dit mijn talent is. Anderen vinden dit gelukkig ook, maar zelfs als een enkeling dat niet meer vind, zal ik me daardoor niet laten weerhouden om niet te schrijven. Het maakt me blij. Niet het schrijven zelf maakt me blij, anders had ik wel een adviesschrift op kunnen stellen, maar het feit dat ik een manier heb gevonden om mijn ideeën te uitten.

En dan kom ik bij een ander talent aan: ik kan me bekommeren over dingen die er TOTAAL niet toe doen. Kerstbomen, weggelopen honden, dingen die je doet als je dronken bent, afijn, je kent het inmiddels wel. Wonder boven wonder heb ik deze twee ‘talenten’ kunnen combineren, zoals een Geweldig Fantast dat zich beaamt.

Jij hebt ook een talent. Dat weet ik zeker. Jijzelf weet dat ook zeker. Ergens, diep van binnen zit dat talent. En maak je geen zorgen, je hoeft dit talent niet meteen wereldbekend te maken, niemand hoeft het nog te weten. Eerst erken je het zelf, niemand die er nog van weet. Je geeft het de ruimte om het te laten groeien. En langzaamaan vertel je het aan iemand. En daarna weer aan een ander. En voor je het weet zit jij met jouw talent aan tafel met Matthijs van Nieuwkerk.

Thing is, talent gaat gepaard met een dosis schaamte. Bij mij was presenteren daar een goed voorbeeld van.
Toen ik elf was hadden wij op de basisschool een voorstelling met de klas. Ik herinner me er niet veel meer van, maar wat ik nog wel weet is dat ik de koning speelde. De dikke koning welteverstaan. Toen mijn lieftallige dochter de prinses was verdwaald in het bos stuurde ik mijn meest koene ridder het bos in om haar te redden. Alhoewel, koen.. Het eindigde met een kusscène, en meisjes kussen was vies, dus ik had niet veel dappere vrijwilligers.. (Ben ik blij dat ik terug ben gekomen op het idee dat meisjes zoenen vies was). Zonder het te weten speelde ik voor een grote groep mensen zonder al te veel angst.

Toen ik 16 was moesten wij ons profielwerkstuk presenteren. Het ging over decision-day, het meest cliché onderwerp uit de Tweede Wereldoorlog dat een mens kan kiezen, maar we waren jong, naïef en bovenal: vreselijk lui.
De presentatie ging dra-ma-tisch. Filmpjes die half werkten, verkeerde stukken tekst presenteren en om er nog een schepje boven op te doen: tekst vergeten.
Zelf ben ik er nooit bewust van geweest, maar na de presentatie kreeg ik de lof dat ik overnam waar anderen te kort schoten, de techniek onder controle kreeg en zelf sterk heb gepresenteerd.
Jarenlang heb ik ontkent dat ik goed was in presenteren. Ik wilde er niet goed in zijn, ik wilde niet die spotlights in, die schaamte hebben waarmee een talent gepaard gaat.

Feit is, ik ben goed in het geven van presentaties. Zonder moeite geef ik presentaties, ik ga er staan en doe het, zo simpel als het mag klinken. Voor groepen staan is een van mijn talenten, een die ik jarenlang heb ontkent. Een talent die heb omarmd en nog steeds in wil groeien. En nog steeds, iedere keer als ik een presentatie ga geven, ben ik nog steeds bang dat ik in m’n broek zeik voor m’n publiek. Iedere keer weer. Dezelfde schaamte die altijd weer terugkeert.

Dus, wat is jouw talent?