woensdag 31 december 2014

Waarom darts zo geweldig is


Darts is een ‘net niet’-sport. Dat weten we allemaal. Geen gladde kapseltjes, geen sportonderbroeken megacontracten, geen videogames, zelfs geen Darters-Panini plaatjes. Man, als een darter zou willen zou hij zelfs met een blote torso, Superman cape, badslippers met witte sokken en een grote witte onderbroek met een vieze poepstreep aan het podium op komen en zelfs dan zou er voor hem geklapt worden.  Dat is heel wat anders dan spelen in een Rabobank reclame.

Daarom dan ook 5 redenen waarom darts geweldig is:

’s Overdags is hij een simpele arbeiders, maar ’s avonds is hij ‘The King Cobra’
De middelmatige darter heeft een bierbuik, is licht kalend en heeft het verstand van een rots gebakken in plantaardige olie. Als ze niet aan het darten zijn, dan hebben ze banen zoals respectief, ventilatorreparateur, buschauffeur of spiegelinspecteur, een baan die je jezelf wel kan zien doen. En van de ene op de andere dag zijn deze mannen van nietszeggende figuren naar lokale idolen verheven.
Het is een soort superhelden verhaal, waar hij overdags een nietszeggende burger is, zonder al te veel spektakel om hem heen, maar als hij aan het darten is, wordt hij aangemoedigd als een superheld, als een Messias, als een legende.
Ze zijn ook gewoon zo lekker normaal. Als ze winnen dan is het geen arrogante trekjes met jezelf op de borst kloppen, of gebaartjes naar de trainer of de journalisten. Dan zijn ze blij, zoals blij zijn bedoeld is.

Gelukkig zijn ze dan niet zo blij dat ze hun shirt uittrekken.


Bijnamen
Er geldt 1 belangrijke regel bij darts: zonder bijnaam hoor je er niet bij in de dartwereld. Dus kies je een bijnaam die iets met je naam, uiterlijk of een ervaring te maken heeft. Als het nog even kan kies je hier ook nog een passende openingstune bij, bijvoorbeeld ‘The Count’ heeft als openingstune ‘Be on Your Way’ of ‘El Dartador’ met ‘Bamboleo’. Zie je de overeenkomsten?

Fans
Maar het aller, aller, allerleukste aan darts zijn nog wel de fans.

Stel je voor, een grote zaal, zo groot als Ahoy, misschien wel de Ziggo dome, helemaal vol met mensen, zittend aan picknicktafels en banken, gekleed als bananen, Pokémon, dalmatiërs en zaklampen. Niets is te dol.
Geen spreekkoren over de omroeper diens moeder een hoer is, of vuurwerk gooien, alleen dezelfde dronken liedjes waarbij het een wedstrijdje is om zo hard mogelijk “OY, OY, OY” te schreeuwen.
Het maakt ze allemaal niet uit wie wint, ze juichen toch wel voor beide spelers. Vraag een willekeurige aanwezige voor wie ze zijn, Andy Fordham of Ted Hankey, reageren ze enkel met ‘Wie?’ Het doet er niet toe wie wint en wie beter is, alle darters hebben een beetje die gunfactor.

Vrouwen bij het darten
Het vervelende aan topsport is dan ook dat alle topsporters iets speciaals hebben wat uniek lijkt te maken, een Cristiano Ronaldo, een Michiel Mulder, een Anna Kournikova, allemaal gezegend met een geweldig uiterlijk én een bizar talent in hun tak van sport. En daar komt ook nog eens bij dat ze worden overladen met interesse van de andere sekse.

Darters, nou die hebben dat niet.

Die zijn gezegend met een goede reservevoorraad voor als het tijd wordt voor de winterslaap (die nooit komt, maar voor het geval dat).
Welke legende het ook heeft verzonnen, verdient een prijs, maar ooit kwam iemand met het geniale idee om deze darters op te laten komen met twee prachtige vrouwen aan hun zijde. Vrouwen die zij anders alleen zouden zien op plaatjes op het internet, lopen nu aan hun zijde. Het is net als een leeuw die in zijn leven alleen heeft geknaagd aan karige, oude gnoes, en nu lopen er twee prachtige volle gazelles naast hem, en hij mag niet toeslaan. Pure kwelling en heerlijk leedvermaak tegelijk.


En het allerleukste aan darts? Er zijn geen Duitsers.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten