Ergens op het noordelijk halfrond leeft een
man die altijd gelukkig is. Hij leeft elke dag in dezelfde extase die hem
gelukkig maakt. Hij heeft al zijn dromen en idealen verwezenlijkt, alle plekjes
op de aarde gezien. Iedereen die hij heeft willen ontmoeten heeft hij ontmoet.
Hij is niet zoekende meer naar geluk, hij
heeft het al gevonden. Zijn leven bestaat enkel uit genieten. Zijn relatie is
geweldig, nooit heeft hij ruzie met zijn partner. Ze leven als yin en yang.
Twee handen op 1 buik.
En zijn kinderen zijn op weg naar hetzelfde
geluk, dezelfde genoegdoening als hij ondervind.
Iedereen mag hem graag. De mensen in zijn
omgeving is bevlogen door zijn positiviteit, zijn tevredenheid.
Aan zelfvertrouwen heeft hij ook geen
gebrek, hij gaat gewoon. Hij twijfelt nooit aan zichzelf.
Hij leeft met zijn dierbaren in een
geweldig huis, waar het zomers heerlijk warm is, en ’s winters gezellig koud.
Hij heeft een geweldige auto, succesvolle carrière, probleemloze kinderen en
goed huwelijk.
En het meest opmerkelijke aan deze man? Is
dat hij niet bestond.
Deze man geloofde dat zodra hij op zijn
eindbestemming aan kwam hij ultiem geluk zou ervaren. Hij dacht dat zodra alles
maar ‘in orde’ was hij gelukkig zou worden. Als zijn kinderen het goed op
school zouden doen, zou hij gelukkig zijn. Als zijn vrouw tevreden was, was hij
tevreden. Zijn leven zou perfect moeten zijn voordat hij genoegdoening zou
kunnen voelen. Hij leefde in zijn
waanidee.
Zijn zoektocht zou uiteindelijk zijn dood
worden, zijn werkelijke eindbestemming. Ieders eindbestemming. Het ging niet om
de eindbestemming, maar om de weg daar naartoe.
Op zijn sterfbed onthulde deze man zijn
grootste geheim: zijn droom om het perfecte leven te hebben weerhield hem er
van om zijn werkelijk te leven. Hij vluchtte voor zijn emoties. Hij hield een
schild op als hij weer in dezelfde situatie van angst en verdriet terecht zou
komen. Hij heeft zijn hele leven alles ontweken, zijn kwetsbaarheid verhuld.
Zijn leven draaide om een illusie.
One
day a young Buddhist on his journey home came to the banks of a wide river.
Staring hopelessly at the great obstacle in front of him, he pondered for hours
on just how to cross such a wide barrier. Just as he was about to give up his
pursuit to continue his journey he saw a great teacher on the other side of the
river. The young Buddhist yells over to the teacher, “Oh wise one, can you tell
me how to get to the other side of this river”?
The
teacher ponders for a moment looks up and down the river and yells back, “My
son, you are on the other side”.